Lawrence Weiner

Ik verwacht weinig tot niets meer van onze journalisten omdat ik anders toch elke dag teleurgesteld en wenend in mijn bed zou kruipen omwille van zoveel dagelijkse incompetentie. 

En toch, ineens was ik weer teleurgesteld.

Gisteren was ik in de New York Times aan het lezen – ja, ik weet het, dat klinkt verschrikkelijk intellectueel en pedant. Dat laatste woord wou ik gewoon eens gebruiken omdat ik het toch over intellectueel had.

Plots lees ik dat Lawrence Weiner overleden was. Al een week, bijna twee zelfs. Op 2 december was het ermee gedaan.

Weiner is één van de belangrijkste kunstenaars van de 20e eeuw; vertegenwoordiger van de conceptuele kunst (jaren 60) waarbij het idee belangrijk is.

Een werk moet niet mooi zijn maar moet intellectueel uitdagen. Het moet zelfs niet tastbaar zijn.

Duchamp met zijn urinoir en de rest van zijn readymades was eigenlijk de absolute voorganger zonder het zelf te weten.

Ik ben absolute fan van conceptuele kunst.

Ik weet dat velen het zever vinden, en dat men liever naar een schilderij van Van Gogh kijkt dan naar een werk waarbij taal en idee de kern vormen maar als mensen er kwaad van worden, betekent het iets.

In alle geval meer dan gewoon “och mooi” en men gaat verder met het leven. 

On Kawara met zijn datum-schilderijen is een goed voorbeeld van concept art.

Chris Burden behoort ertoe. 

Zelfs Christo is conceptuele kunst, jawel.

En om het meer recent te nemen, en een niet dode erbij te betrekken: Ai Weiwei. Het is dus geen marginaal verschijnsel. Het is niet een stroming ergens in de marge waar twee of drie kunstenaars toe behoren, die is opgekomen en weer is verdwenen.

Nogmaals; ik ben fan.

Taal en denken zijn mijn leven.

Mijn moeder heeft geen taal, mijn moeder denkt niet. Ik heb het alles van kleins af voor haar moeten doen en het is deel van wie ik ben.

Dat is zoveel belangrijker voor mij dan eender welk werk van Van Gogh. Ik sta daar bij stil. Ik sta bij alles stil. Misschien wel te veel; ik moest echter. Ik moest voor mijn moeder denken, haar doorgronden.

Je kijkt anders aan tegen kunst.

Weiner, nu, is niet zomaar een meeloper in dat geheel. Hij behoort tot de top. 

Hij maakte sculpturen van taal. Hij schreef meestal gewoon zinnen (in de taal van het land waar het gebeurde) die de toeschouwer zich dan eigen kon maken.

Het was per definitie niet commercieel. 

Een dergelijk werk kopen was niet meteen aan de orde. Een zin op een muur verkoop je niet zomaar. Iedereen gebruikt die, en dat is ok.

Weiners idee van kunst was het volgende.

“Declaration of Intent”:

The artist may construct the piece. 

The piece may be fabricated. 

The piece need not be built.

In de media hier, geen woord over zijn dood. Ik ben nu nog eens gaan terugkijken of ik het toch niet gemist had en in de standaard online staat wel degelijk een artikel.

Dat is het dan ook.

Op het journaal niets. De andere kranten: de grote leegte. De Morgen pretendeert steeds weer zo met cultuur bezig te zijn, maar noppes.

Canvas, de grote cultuurzender van Vlaanderen, maar de VRT laat ons in de steek.

Werkelijk ongezien. Een van de belangrijkste kunstenaars sterft en geen journalist – op iemand bij de Standaard na (Jozefien Van Beeck) – vindt het nodig er enige aandacht aan te besteden.

Arm Vlaanderen.

Fall II – Bas Jan Ader

Bas Jan Ader. 

Een grootheid onder kunstenaars, maar te weinig gekend bij het grote publiek.

Zo gaat dat met conceptuele kunstenaars die zelfs hun dood als werk verpakken – ooit heb ik het daar nog wel over.

Bas Jan Ader, dat is niet wat schilderijtjes of een sculptuur, maar wel filmpjes die provocerend en absurd zijn.

Grappig zelfs, zonder grappig te zijn – een soort comedy capers a la Buster Keaton.

Bas Jan Ader als clown, maar zoals bij alle clowns zit er bij die humor iets tragisch in verscholen.

Het is de tragiek van mislukking.

Down down falling down.

Steeds weer filmpjes waarin hij valt.

Letterlijk vallen.

Het gevolg van een onverwerkt trauma.

Bas Jan Aders vader was dominee en verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog. 

Hij hielp Joden ontsnappen en zorgde dat de Duitsers af en toe voor schut stonden.

Dat vonden ze niet plezant.

Hij werd opgepakt en geëxecuteerd.

Een kogel, en hij viel neer.

Bas Jan Ader was toen twee jaar, maar dat vallen is hem zijn hele leven blijven achtervolgen.

Een rode draad doorheen zijn werk.

Ik wil het echter niet zozeer over Bas Jan Ader en heel zijn oeuvre hebben, maar het is onvermijdelijk al het vorige aan te halen omdat ik het over één van zijn filmpjes wil hebben.

Ik vind het zo een fantastisch werk: Fall II

Een filmpje van tweeëntwintig seconden.

Niet langer.

Bas Jan Ader komt met zijn fiets af en rijdt bewust in een gracht in Amsterdam – de Reguliersgracht.

De opname stopt als Bas Jan Ader valt.

Dat is bij al zijn filmpjes zo.

Hop! Vallen. En gedaan.

Vallen is het einde. Vallen is de dood.

Kort.

Absurd.

Poëtisch.

Iets dat alleman wil doen maar niemand doet het.

Het is een nutteloze rebelse daad.

Een lach, maar tegelijk tragisch.

Ik ben daar jaloers op.

Zo domweg in het water kunnen rijden.

Zonder verdere reden.

Ik hou zo hard van dat filmpje.

Van toen ik dit filmpje zag wist ik dat Bas Jan Ader niets meer fout kon doen bij mij.

Het is zoals bij Panamarenko zijn vliegmachines.

Nutteloos, maar zo poëtisch.

Het lijkt allemaal zo simpel.

Mondriaan is Nederlander.

Van Doesburg ook.

Ze schilderen lijnen.

Verticaal.

Gelijk zijn vallen.

Of horizontaal.

Compositie met groot rood vlak, geel, zwart, grijs en blauw, 1921, Mondriaan

Of diagonaal – Van Doesburg dan.

Contra compositie van dissonanties XVI, 1925, Van Doesburg

Allemaal invloeden voor Bas Jan Ader.

Denk nu niet dat ik dat uit mijn duim zuig.

Ik ben niet zo’n would-be kenner die wat interessant komt doen.

Het is realiteit.

Bezie studie voor Westkapelle (1971) maar eens.

Ik zei toch dat Bas Jan Ader niets meer kon misdoen.